Gemeenschapskrant

Mark De Maeyer over 37 jaar in het gemeenschapscentrum

08/12/23

‘Je moet jezelf continu heruitvinden om relevant te blijven. En daar zijn we hier in Linkebeek echt goed in.’ Tot sjoenke spreekt een trotse Mark De Maeyer, centrumverantwoordelijke van de Moelie sinds 6 februari 1986. Na meer dan 37 jaar trekt hij de deur van het gemeenschapscentrum eind december achter zich dicht. Een welverdiend pensioen lonkt. ‘Al die laatste keren voelen heel raar. De Moelie is mijn tweede thuis. Ik ga het hier echt missen.’

Mark De Maeyer
© Tine De Wilde

Een positivo pur sang. Een teamspeler en empathische bruggenbouwer. Wie Mark kent, kan niet anders dan positieve termen bedenken die hem als mens omschrijven. En dat is ook hoe hij naar het leven en de Moelie kijkt. Met een positieve bril. Want ook al had de Moelie het als Vlaams gemeenschapscentrum de laatste decennia niet altijd makkelijk door onder meer de groeiende verfransing, politiek weerwerk en een Vlaams verenigingsleven dat het steeds moeilijker kreeg, tijdens dit twee uur durende gesprek komt nauwelijks enige frustratie naar boven. En als die er al zou zijn geweest, dan werd die omgebogen naar iets positiefs. ‘In alles wat je pad kruist, zitten veel meer kansen dan beperkingen. Maar je moet ze willen zien’, aldus Mark.

De eerste indruk

En die kansen greep Mark toen hij in 1986 het oude schoolgebouw van de zusters van de Zeven Weeën in de Sint-Sebastiaanstraat binnenstapte. De plek waar de Vlaamse verenigingen uit Linkebeek begin jaren 80 onderdak vonden. Vijf jaar lang hadden ze zich suf gezocht naar een goede locatie. Tot dit schoolgebouw te koop stond en de Vlaamse overheid het gebouw kocht.

Mark: ‘Toen ik hier als centrumverantwoordelijke aankwam, verkeerde het gebouw in erbarmelijke staat. De huidige foyer was een refter, de keuken was een klaslokaal, de grote zaal een turnzaal. Ik zie nog de zekeringen hangen die met een ijzerdraadje terug aan elkaar gekoppeld waren met een stuk van 20 frank. Als ik daar nu aan terugdenk … dat was echt levensgevaarlijk. Maar dan had je Julia, de onderhoudsmedewerkster, die hier ook als conciërge inwoonde. En Jef Motté, die zich als voorzitter van de toenmalige bestuurscommissie (wat vandaag de stuurgroep is, red.) 200 % inzette voor het verenigingsleven. Ik werd zo warm onthaald dat die mankementen aan het gebouw bijna bijkomstig werden. Ik zag aan Jef hoe blij hij was dat de verenigingen hier eindelijk terug een thuis hadden. Er was zo veel goesting om er samen iets van te maken.’

Bloeiend verenigingsleven

In die jaren 80 leefden de Nederlandstalige en Franstalige inwoners gewoon naast elkaar. ‘Dat waren twee bastions die weinig connectie hadden met elkaar’, weet Mark nog. ‘Maar het Vlaamse verenigingsleven was zeer bloeiend. De verenigingen hingen ongelooflijk aan elkaar. Iedereen had hier in de Chiro gezeten, ging in Linkebeek naar school. De mannen waren lid van de KWB, de vrouwen stroomden door naar de KAV. Je had de Bond van de Grote en Jonge Gezinnen, het Davidsfonds … Veel verenigingen hadden meer dan honderd leden. Voor een kleine gemeente met 4.800 inwoners was dat best veel. Ik herinner me nog dat Julia en ik elke maand 128 stoelen zetten voor de koffietafels van de KBG, en dat de Vogelvrienden hier honderden vogeltjes tentoonstelden.’ Het was een tijd waarin Mark vooral de verenigingen ondersteunde. ‘Ik zat boven in zo’n oud klaslokaal en kreeg wekelijks een dag compagnie van Alex Geysels, die er aan het Linkebeeks archief kwam werken. Die in- en uitloop van mensen vond ik heel plezant.’

sjoenke

Ook sjoenke bestond in die tijd al, maar dan onder een andere vorm dan we die vandaag kennen. ‘Sjoenke is in de jaren 60 ontstaan als een militair blad van de mannen die hun dienstplicht deden in Duitsland. Later nam de cultuurraad het magazine over. Het werd het tweemaandelijkse blad van de verenigingen’, vertelt Mark. ‘Ik zie ons hier in het begin nog zitten, met een oude stencilmachine. Sjoenke werd verspreid over 500 exemplaren. Elk blad moesten we apart uitrapen, en op het einde van de ketting deed iemand de nietjes in de kaft. In 1988 kwam er een offsetmachine. Op zich een verbetering, maar voor mij een complete ramp, want om de vijf minuten sloeg dat ding tilt.’

Verbouwing

Vooral in de periode waarin de Moelie verbouwd werd, in 1989 en 1990, viel dat hem zwaar. Mark werkte tijdens die renovatie tijdelijk als centrumverantwoordelijke in de Lijsterbes (Kraainem), maar moest eenmaal per week de werf in Linkebeek opvolgen vanuit een container op de weide. ‘In de zomer was het er binnen 40 graden. In de winter vroor het er stenen uit de grond. En ik had er maar één stopcontact dat naar het gebouw ging. Daarmee kon ik koffie maken of een elektrisch vuur aanzetten, maar de helft van de tijd sloeg de zekering af en moest ik door de modder naar binnen, om alles weer aan de praat te krijgen. Het was in die sfeer dat ik ook sjoenke moest druk - ken, in een container vol vochtige bladen. Ik heb in die tijd letterlijk geweend van miserie. De periode in die container was niet mijn beste tijd.’ (lacht)

De eerste optredens

Na de verbouwing viel alles terug in de plooi, en konden we vele stappen vooruit - zetten. ‘Ineens hadden we een mobiel podium en een uitschuifbare tribune waarop we 180 grijze stoelen konden zetten’, vertelt Mark. Dankzij dat podium kon het ‘Rijkscultureel Centrum De Moelie’ – wat later een gemeenschapscentrum van de Vlaamse Gemeenschap zou worden – dus stilaan starten met een podiumaanbod in de zaal. ‘Jef kwam me altijd helpen als we de tribune moesten uitschuiven. Om dat vlot te kunnen doen, had hij hier zelfs speciale turnsloefkes staan. Zo had hij meer grip op die stenen vloer. Die tribune en die stoelen zetten was een gigantisch werk.’

Mark herinnert zich nog een van de eerste optredens, een concert van pianist Jan Michiels. Julia en hij stonden in die periode voor alles in. ‘Ik had voor het optreden acht spots van 500 watt op de piano gericht, tot bleek dat de man daardoor schaduw op zijn toetsen had. Ik moest toen last minute – met een ladder – al die spots eigenhandig gaan versteken. En dat terwijl het volk binnenkwam, dat ik eigen - lijk moest ontvangen en aan de kassa moest laten betalen. Bovendien vroeg de pianist of er ook catering was, waarna Julia in allerijl haar keuken indook om tomatensoep met balletjes te maken. Dat was pure chaos. Wij kenden daar allemaal niks van.’ (lacht)

Op 37 jaar tijd zijn er veel memorabele avonden de revue gepasseerd. ‘Ik zie fluitiste Berdien Stenberg haar voet tijdens een optreden nog op de mobiele trap verstuiken, toen ze tussendoor van kleding wilde wisselen. Die dure fluit vloog de grond op, Berdien was helemaal van haar melk en vroeg naar ijswater om met haar voeten in te zitten. Maar wij hadden dat niet en zijn toen naar de buren gelopen om ijs. Het publiek moest maar wachten.’ (lacht)

Sport of cultuur?

Die optredens brachten in de beginperiode niet alleen op, maar ook naast het podium de nodige stress met zich mee. ‘Op het moment dat we met de programmering startten, trainde de judoclub op woensdag en vrijdag in de grote zaal. Maar na de verbouwingen wilden de andere verenigingen – en wij – op vrijdag ook activiteiten boeken in de zaal. Dat leidde toen tot heftige discussies met de judoclub. Ik vond dat heel moeilijk, want ik had veel respect voor wat ze deden, maar ik moest ook de belangen van onze zaal verdedigen. We waren in de eerste plaats immers een cultureel centrum en geen sportcomplex. Gelukkig kon de judoclub uitwijken naar de gemeenteschool, die een turnzaal had die ’s avonds niet gebruikt werd. Het was meteen ook de enige echte discussie die ik ooit met een vereniging heb gehad. Ik heb daar echt mee ingezeten.’

Mark heeft altijd veel belang gehecht aan een goede relatie met de verenigingen. Samen met het team van de Moelie legt hij ze graag in de watten. ‘Als we een activiteit van een vereniging logistiek kunnen ‘pimpen’, vinden we dat altijd fijn. Ik denk bijvoorbeeld aan de breiclub, waarvoor we eens een catwalk hebben gemaakt, zodat ze hun breiwerk konden showen. Of aan de patchworkdames van wie we de werken ophangen als ze een expo organiseren. Als zij blij zijn, zijn wij dat ook. Ik zeg ook bewust ‘wij’. Want waar de Moelie vandaag staat, is te danken aan het volledige Moelie-team dat elke dag vol goesting voor iedereen klaarstaat. Wist je trouwens dat het Pascale en Danny zijn die de loges van de artiesten hebben gerenoveerd? Pascale stond in voor het concept, Danny voor de verbouwingswerken. Elke keer krijgen we er complimenten over, omdat ze zo gezellig zijn.’

Het team van GC de Moelie en GC de Muse
© Tine De Wilde

Droomteam

Als het over zijn Moelie-team gaat, vliegen de superlatieven bij Mark in het rond. Waarom de samenwerking zo goed lukt? ‘Omdat wij een ongelooflijke drive hebben om elkaars zwakheden op te vangen. Neem nu mijn visuele beperking. Door de kleuren en het kleine lettertype is het voor mij moeilijk om onze nieuwe digitale tool voor de reservaties te gebruiken. Wel, daar helpen mijn collega’s me bij. Maar als iemand anders een tekstje moet schrijven en ze weten niet hoe, zal ik dat voor hen doen. En dat is een grote kracht binnen dit team. Iedereen is evenwaardig en even waardevol. We benutten ieders talenten. We luisteren naar elkaar en helpen elkaar. Heeft Esther vakantie en geraakt een lokaal daardoor niet gepoetst? Dan nemen we met drie een borstel vast. Door regelmatig te overleggen, lossen we alle problemen samen op.’

Toen de Vlaamse verenigingen het door de sterke verfransing van de gemeente steeds moeilijker kregen om jonge mensen aan te trekken, ging de Moelie mee rond de tafel zitten om een oplossing te bedenken. ‘In heel mijn carrière zijn er denk ik 18 verenigingen ter ziele gegaan. Die gingen simpelweg stuk doordat de bestuursleden steeds ouder werden en er geen opvolging was. Heel triest. Want niet alleen de vereniging ging daardoor verloren, maar vaak ook het sociaal contact. Om dat laatste een beetje op te vangen, hebben we MoelieMatinee opgericht. Zo kan de oudere generatie Linkebekenaren elkaar één keer per maand ontmoeten tijdens een leuke activiteit. Van workshops over een kerstdiner tot een busuitstap. Het draait telkens rond samenkomen in een gezellige sfeer.’

Om het de andere verenigingen, die nog onder de klassieke koepels opereerden, makkelijker te maken, dacht het Moelie-team mee na over nieuwe structuren. ‘Wie bleef bestaan, zag de hele administratie die vanuit de koepels kwam niet meer zitten. Dus heeft Dirk bijvoorbeeld geholpen om de vroegere Gezinsbondafdeling om te vormen tot Gezinssport Linkebeek. En uit de vroegere KWB ontstond KALM. De structuren waarbinnen die verenigingen vandaag werken zijn veel losser, waardoor alles haalbaarder is geworden. Het is een evolutie die je vandaag ook in de rest van Vlaanderen ziet. Het traditionele verenigingsleven krijgt het overal moeilijk.’

Mark heeft veel respect voor de verenigingen. ‘Al die mensen die zich al decennialang belangeloos inzetten. Je moet het maar doen. Neem nu Rik Otten. Die is al meer dan 20 jaar voorzitter van de Cultuurraad. Rik zou niets liever willen dan de fakkel doorgeven, maar niemand anders wil dat doen. Dus blijft hij zich 200 % engageren, en met de zotste ideeën afkomen, waar we met de Moelie met plezier opspringen. Als we signalen opvangen, doen we niets liever dan mee brainstormen en nieuwe initiatieven ontwikkelen.’

Blijven evolueren

In de loop der jaren heeft de Moelie op veel vlakken een grote evolutie doorgemaakt. ‘Toen onze programmatie begin 2000 steeds minder volk trok, zag ik het even niet meer, maar toen kwam het BUURTabonnement: een samenwerking tussen CC de Meent, GC de Boesdaalhoeve, GC de Moelie en GC de Muse. Dankzij deze abonnementsformule vulde de zaal zich weer, maar 80 % van de toeschouwers kwam van buiten de gemeente. Het was een periode waarin de toekomst van de Moelie op de helling stond. Hoe konden we opnieuw de inwoners van Linkebeek naar ons centrum halen, met een bevolking die hoofdzakelijk Franstalig was? Er volgden toen heel wat gesprekken en discussies over de koers die we zouden varen. Niet makkelijk.’

‘Voortdenkend op de realiteit waar we dagelijks mee geconfronteerd werden, gingen we uiteindelijk meer investeren in gemeenschapsvormende initiatieven die Nederlandstaligen en Franstaligen in de gemeente samenbrachten. Denk maar aan activiteiten als de zeepkistenraces, Open Tuinen, Repair Café, het feest van de muziek, Tournee Générale … Ik herinner me nog dat de vrees bestond dat we, door het Repair Café in huis te halen, zouden verfransen, maar in de praktijk heeft dit initiatief net voor veel toenadering tot elkaar gezorgd. We namen vanuit de Moelie dan ook een actieve rol op in het Repair Café. Ik stond de eerste jaren mee achter de bar, we koppelden gratiferia en plantenbeurzen aan de activiteit … Met meer dan 80 herstellingen per keer werd het Repair Café een groot succes. En wie kwam, respecteerde het Nederlandstalige karakter van de Moelie. Dat ging eigenlijk als vanzelf.’

Verbinding

Mark: ‘De tegenstellingen tussen Vlamin - gen en Franstaligen werden vooral politiek gespeeld. Maar die tijden zijn voor een stuk achterhaald. Vandaag spreken we niet langer over de verfransing, maar over de anderstaligheid. Natrappen over hoe moeizaam het contact met de gemeente vroeger ging, dat heeft geen zin. Er was tijd nodig om te evolueren. Sinds het burgemeesterschap van Yves Ghequiere is de relatie met het gemeentebestuur ook ongelooflijk verbeterd. We helpen elkaar, de gemeente zoekt mee naar oplossingen. Het is fijn dat we vandaag eerder kijken naar wat ons verbindt dan naar wat ons onderscheidt.’

Ook de komst van het structureel overlegplatform BEEcause, waarbij de Moelie, de Cultuurraad, Hoeve Holleken, Huize Lismonde en het gemeentebestuur over de taalgrenzen heen samenwerken, zet integraal in op die verbinding. Mark: ‘In 2019 namen we vanuit de Moelie het initiatief om alle besturen van deze organisaties samen te brengen in de Moelie. Daaruit ontstond de huidige werking van BEEcause, een organisatie waarin we – zoals de naam het aangeeft – elkaar als bijtjes bestuiven en verrijken. Tijdens de vergaderingen spreekt iedereen zijn moedertaal en dat werkt goed. Ook tijdens de activiteiten is er ruimte voor ieders eigenheid en cultuur. Het doet me deugd als ik iedereen samen zie praten en genieten tijdens activiteiten als Flavoria, LaLaLinkebeek of de expo Rondom het Brabants fauvisme. Die verbinding is zo belangrijk.’

Extra taken

Met het Plan Samenleven gaat ook vzw ‘de Rand’, waar de Moelie deel van uitmaakt, een extra uitdaging aan. Mark: ‘Binnen het Plan Samenleven werken we aan de integratie van niet-EU-burgers. Daarvoor werken we samen met de vzw PIN, die werknemers in onze centra inzet. Zij brengen een hele nieuwe dynamiek en doelgroep binnen, die wij dan met gemeenschapsvormende projecten kunnen bedienen. Ik geloof echt dat dit in de toekomst nog ongelooflijk veel mogelijk - heden en kansen zal bieden, en ben blij met de evolutie die ‘de Rand’ doormaakt.’

‘Eens begonnen met 22 werknemers in 1997 telt vzw ‘de Rand’ vandaag meer dan 80 personeelsleden. Naast de werking in de centra is in de loop der jaren ook het team taalpromotie en nu het Plan Samenleven erbij gekomen. In Vlaanderen begint men nu te kijken naar wat ‘de Rand’ doet, omdat we hier al zo veel expertise hebben opgebouwd. Omdat ze zien dat de tendensen die hier ontstaan later doorstromen naar heel Vlaanderen, en wij daar vandaag al een antwoord op proberen te bieden. Ik vind dat echt fantastisch.’

Professionalisering

Mark zag met eigen ogen hoe de komst van vzw ‘de Rand’ in 1997 ook de professionalisering van het centrum in de hand werkte. ‘Ineens had ik collega-centrumverantwoordelijken, van wie ik kon leren en met wie ik ideeën kon uitwisselen. Er kwam een visie en missie. We gingen beleidsplannen schrijven om een richting te bepalen. Aangezien ik eerder een doener ben, was dat niet meteen het liefste wat ik deed, maar wel noodzakelijk. Alles werd veel professioneler en doordachter. Dat had ook zijn weerslag op sjoenke bijvoorbeeld. Plots was daar een redactieraad en werden journalisten ingezet om teksten te schrijven. Dat was een heel nieuwe wereld die ineens openging. Ik weet nog dat daar in het begin erg argwanend naar werd gekeken. Er rezen veel vragen over de haalbaarheid van een maandelijks magazine. Zouden we wel genoeg inhoud hebben om sjoenke elke maand opnieuw te vullen? Gaan we onze eigenheid niet verliezen? En wat als vzw ‘de Rand’ na een jaar zou ophouden te bestaan? Uit vrees daarvoor werd vanuit de cultuurraad gekozen om de ene maand zelf het tijdschrift uit te geven, en de andere maand vzw ‘de Rand’ In de rand van sjoenke te laten drukken. Ja, de komst van ‘de Rand’ bracht voor dit magazine veel discussies met zich mee. Maar uiteindelijk is dat vertrouwen goed gekomen en is sjoenke uitgegroeid tot de professionele gemeenschapskrant die hij vandaag is.’

Vol vuur

‘Ik geloof hier keihard in. Ik ben daar ongelooflijk fier op.’ Wie Mark hoort vertellen, merkt dat zijn vuur nog lang niet is gedoofd. Begin oktober ondersteunde hij samen met het Moelie-team de oprichting van het Linkelab, een laboratorium waar alles draait rond technologie, games, VR en bordspelen. Voor dit initiatief werd in de Moelie een lokaal permanent omgebouwd tot experimenteerruimte. Iedereen is er elke dag van 12 tot 18 uur welkom. In de nabije toekomst starten er workshops en allerlei activiteiten op.

Teppe Daniëls, die voordien ook de gameavonden Gamebeek uit de grond stampte, is de drijvende kracht achter het initiatief. Mark: ‘Via Linkelab willen we de digitalisering echt structureel binnenhalen in ons centrum, voor iedereen. Ik vind dat echt een van de mooiste verwezenlijkingen. Dat wij, in overleg met de stuurgroep, permanent een lokaal vrijgeven, om daar iets totaal nieuws in te doen. Zonder te weten of dat gaat lukken of niet. Maar dat is wat wij in Linkebeek graag doen: springen en proberen. Je moet jezelf continu heruitvinden om relevant te blijven. En daar zijn we hier in Linkebeek echt goed in.’

Altijd vrolijk en positief

Mark blikt meer dan tevreden terug op zijn 37 jaar durende carrière in de Moelie. ‘Het mooiste aan deze job is dat je altijd werkt met mensen die vrolijk en positief zijn. Iedereen die hier komt, wil een feestje bouwen of iets leuks doen. Ze komen uit vrije wil, niet omdat het moet. En heb je mensen die klagen, dan kan je die toch blij maken, omdat ze voelen dat je hen wil helpen.’

Wat brengt het leven na zijn pensioen?

‘Ik ga in elk geval niet in een hoekje zitten. Ik speel muziek, ik heb vijf kinderen en vier kleinkinderen, ik ga graag wandelen, ik hou van reizen, klussen, ik lees graag … En als ze me nodig hebben, dan kom ik hier graag helpen als vrijwilliger. Doordat ik in Hombeek woon, zit regelmatig binnenspringen er niet in, maar als ik iets kan betekenen, doe ik dat graag.’

Heb je nog tips voor jouw opvolger?

‘Wat ik vaak zeg aan nieuwe collega’s is: doe alsjeblieft niks te snel. Want als je direct begint te lopen, loop je tegen een muur. Leer elkaar eerst kennen, win vertrouwen en zet dan stapjes vooruit. Maar vergeet ook niet om te kijken. Want ondanks alle evolutie is het ook belangrijk om de basis niet te vergeten. Denk ook aan de oudere, autochtone bevolking. GC de Moelie is er echt voor iedereen.’

Tekst: Veerle Weeck
Foto: © Tine De Wilde
Uit: sjoenke december 2023

© Tine De Wilde
© Tine De Wilde

Meer nieuws

  • Gemeenschapskrant

    Ultima Thule speelt BAM!

    28/04/24

    BAM! Plots is daar die knal. Er gebeurt iets in je leven en je moet helemaal opnieuw beginnen. Wat dat kan teweegbrengen, laat Ultima Thule zien aan kleine en grote mensen vanaf 4 jaar. Verwacht een visuele explosie op het podium, én een feestje in de zaal.

  • Gemeenschapskrant
    Uitbater Pierrot Bosgaerd

    Pierrot Bosgaerd (59) van Eetstaminee @de Moelie

    16/04/24

    Pierrot Bosgaerd (59) heeft de fakkel overgenomen als uitbater van het eetcafé van GC de Moelie. Met zijn jarenlange ervaring hoopt Pierrot van de zaak een ontmoetingsplek te maken waar je voor een schappelijke prijs kan eten en drinken. ‘Tijdens de eerste weken kwamen er al mensen langs die hier nog nooit over de vloer waren geweest.’

  • Gemeenschapskrant
    Fanny Houze van vzw Nany Vanille

    Creatieve workshops voor Franstaligen

    16/04/24

    Franstalige inwoners van faciliteitengemeenten willen Nederlands spreken, maar de drempel is te hoog is. Om over die drempel te raken heeft Fanny Houze van vzw Nany Vanille samen met vzw ‘de Rand’ een reeks creatieve workshops uitgewerkt, vanaf half mei in GC de Moelie.