Één eeuw madame Passchier
20/09/23
Laure Malvina Dubois, die zich liever laat aanspreken als madame Passchier, mocht op 26 juni 100 kaarsjes uitblazen in woonzorgcentrum Avondvrede. Sjoenke staat even stil bij haar leven, waar ze met de glimlach op terugkijkt.
Madame Passchier groeide op in Arquennes, een klein dorpje in Henegouwen. Daar woonde ze samen met haar ouders op een boerderij. ‘Ik ben een echte Walin’, lacht ze trots. ‘Ik woonde er ook zo graag, daar in het groen met de paarden erbij. La vie sauvage. Ik denk er met plezier aan terug.’ Maar als ze tien jaar wordt, slaat het noodlot toe. Haar moeder overlijdt.
‘Ik ging op internaat. Eerst naar Heikruis, tot ik 12 jaar was. Ik herinner me nog het liedje dat we er vaak zongen als kind’, waarna ze vol enthousiasme het vrolijke deuntje inzet. ‘In het secundair liep ik school in Braine-le-Comte, tot de Tweede Wereldoorlog uitbrak. Ik was toen 17 jaar en kon mijn school niet afmaken. Ik ging naar huis om op de boerderij te werken. We teelden graan en verkochten de oogst aan de molenaar, die er bloem van maakte. Van de oorlog herinner ik me niet veel meer. Ik heb vooral gewerkt.’
In die tijd leerde ze ook haar man kennen: José. Ze trouwen net na de oorlog, op 12 september 1945. ‘Samen met hem had ik een juwelenwinkel in het centrum van Brussel. In het atelier maakte hij samen met zijn broer juwelen. Ik stond in voor de verkoop en zorgde ervoor dat alles correct verliep. Hij was het grootste geluk in mijn leven, samen met mijn zoon Philippe en de twee kleinkinderen’, zegt ze met een glinstering in de ogen.
Madame Passchier en haar man woonden eerst in het centrum van de stad, in een huis dat ze met andere familieleden deelden. Maar de stad was niets voor haar. Linkebeek, het dorp waar ze in 1966 naartoe verhuisden, was dat wel. ‘Ik heb me hier altijd goed gevoeld. Voor ik naar Avondvrede kwam, woonde ik op een appartementje op de Steenweg op Alsemberg. Ook al word ik hier goed verzorgd, ik mis het soms om thuis te zijn.’
Als ze door de gangen van het woonzorgcentrum wandelt, heeft ze vaak een boek in de hand. ‘Ik hou van lezen. Van romans. Geen simpele liefdesverhalen, maar boeken waaruit ik iets kan leren over het leven.’ Als we vragen wat het leven haar heeft geleerd, zegt ze: ‘Je moet tevreden zijn met wat je hebt. Vandaag wil iedereen meer en meer. Dat hoeft niet. Gewoon is al goed genoeg.’
Wat haar geheim is om 100 jaar te mogen worden? ‘Goed, natuurlijk eten. Vandaag wordt zo veel voedsel bewerkt. Daar ligt volgens mij de oorzaak van veel ziektes. Maar ik lust alles en laat het eten me hier goed smaken.’ Voor ons zit een vrouw die tevreden in het leven staat. ‘Dromen heb ik niet meer. Misschien eens naar de zee gaan, of niet. Ik ben gewoon blij met wat ik heb. Zuivere lucht en het groen vind ik hier.’
Tekst: Veerle Weeck
Foto: © Tine De Wilde
Uit: sjoenke september 2023