Steven Solo speelt PONG
08/10/24
Met het succesvolle PONG maakte percussionist en elektronicawizzard Steven Solo de combinatie van een slagwerkperformance, een theatershow, een computerspel en een deejayset.
Pong is de naam van een primitief computerspel uit de jaren 70. Het bereikte ondertussen een cultstatus, omwille van de ontwapenende eenvoud die het digitale pingpongspelletje vandaag uitstraalt. Maar ‘pong’ is ook het geluid van slaginstrumenten die beroerd worden. De combinatie van digitaal vernuft en de analoge kracht van percussie vormt de rode draad in een muzikale voorstelling van Steven Solo, een van de vele alter ego’s van multi-instrumentalist Steven Ribus.
Ritmes meetikken
Steven Solo is zowel drummer, deejay, producer als theatermaker. Waar komen al die interesses vandaan? ‘Ik denk dat ik mijn eerste drumstokken al vast had toen ik 8 of 9 jaar was’, vertelt de Limburger. ‘Daarna ben ik naar de muziekacademie gegaan, naar de muziekhumaniora, en in 2005 studeerde ik af als master Slagwerk aan het Koninklijk Conservatorium Antwerpen.’ Slagwerk is een verzamelnaam voor een hele reeks slaginstrumenten zoals de drum, de marimba of de vibrafoon. Zowel ritmische als melodische instrumenten die Steven Solo al heeft ingezet bij verschillende collectieven en ensembles, zoals Anima Eterna, Mol Percussion Orchestra, Rembrandt de Musical en zelfs een metalband. ‘Maar de laatste jaren werk ik vooral solo, omdat dat makkelijker is om mijn agenda te bepalen.’
Daarnaast is er ook zijn grote voorliefde voor elektronische muziek. Die viert hij bot als componist van eigen nummers, als producer in zijn studio thuis, en de laatste jaren ook meer en meer als dj. ‘Mijn slogan is From disco to techno, town across town. Ik draai dus disco, house en techno – zolang het maar vier beats heeft per maat.’ En hoe vaak ik in mijn studio zit? ‘Liefst zo veel mogelijk, en altijd te weinig’, is daarop mijn antwoord. Het is een microbe. Ik zit thuis ook altijd ritmes mee te tikken. Ook bij de stomste reclamejingle op televisie. Tot ergernis van mijn omgeving soms.’
Gekke bekken trekken
Over naar Steven Solo’s voorstelling PONG, waarin zijn liefde voor slagwerk en elektronica elkaar ontmoeten. Die combinatie gaat terug naar zijn jeugd. ‘Ik ben geboren in de jaren 80, in het begin van het tijdperk van de computerspelletjes. Rond die tijd ben ik ook elektronische muziek gaan ontdekken door ernaar op zoek te gaan in de platenwinkel. En mijn vader was ICTleraar op school. Dat stelde toen allemaal nog niet zo veel voor als nu, maar wij hadden wel als één van de eersten een computer thuis, waar ik spelletjes op kon ontdekken. Daar zat inderdaad ook Pong tussen, het spelletje met het balletje dat je van links naar rechts moet laten botsen.’
De kiemen van de voorstelling PONG liggen in een solo-optreden van bijna twintig jaar geleden. ‘Toen speelde ik een mix van alles wat ik kon in een soort sketchshow met vibrafoon, drum, een komische act en ook een stukje met de bongo’s, waarvoor ik iemand uit het publiek haalde. In dat stukje zat voor het eerst een pingpongballetje. We sloegen op de bongo, deden alsof het balletje daardoor in de lucht vloog, en dan moest iemand in het publiek dat balletje opvangen op de andere bongo. Zo is het idee ontstaan waar ik vijftien jaar later een hele show rond heb gemaakt. In 2016 heb ik de eerste versie van PONG gespeeld als schoolvoorstelling.’ Toen ontdekte Steven dat hij ook met het publiek, met zijn muziek én met zijn mimiek aan de slag kon. ‘Ik heb daar geen les voor gevolgd zoals sommige mensen denken. Ik trek blijkbaar uit mezelf gekke bekken.’ (lacht)
Pingpongballetje
Ondertussen heeft Steven Solo al 130 voorstellingen van PONG gespeeld. Dit seizoen volgen er weer meer dan dertig. Het is een familievoorstelling, voor alle leeftijden vanaf 6 jaar. Net zoals bij het computerspelletje volgt het publiek een pingpongballetje dat zo hoog mogelijk wordt gehouden tijdens een lange trip langs verschillende instrumenten: een trommel, een djembé, een drumstel, een xylofoon, maar ook elektrische drumpads. Een educatieve voorstelling is het niet, maar het publiek maakt op die manier wel kennis met verschillende aspecten van het slagwerk. Misschien kan Steven Solo op die manier jonge mensen warm maken om op de muziekschool voor het slagwerk te kiezen in plaats van voor de piano, de viool of de gitaar.
Wat maakt precies de kracht uit van de voorstelling? ‘Het draait om verrassing en verwondering, en ik denk ook dat het tempo van belang is. Het begint vrij rustig, maar het tempo wordt altijd maar verder opgebouwd.’ Uiteindelijk is de hele voorstelling eigenlijk een lange percussiesolo, gecombineerd met beats. En een mix van eigen composities en bestaande nummers zoals Animals (van Martin Garrix), Popcorn (van Gershon Kingsley) of Ping Pong (van Armin Van Buuren). ‘Ik deejay ook een beetje tijdens de voorstelling, want ik heb een controller op het podium. Daarmee start ik mijn backing track waar de beats in verwerkt zitten die de akoestische livemuziek ondersteunen. Die ontmoeting van het analoge en het digitale is de rode draad.’ Echt entertainment dus. Zonder woorden maar met veel mimiek, humor en interactieve momenten.
Tekst: Michaël Bellon
Foto: © Tine De Wilde
Uit: sjoenke oktober 2024